Belasting en belastbaarheid. Iets waar we allemaal mee worstelen sinds ons letsel. Maar, wat bedoelen ze hier nou precies mee en wat moet ík daarmee? De balans vinden tussen deze 2 is de vraag van alledag sinds mijn ongeluk. En man o man, wat sla ik de plank lekker vaak mis in deze zoektocht.

“Belasting gaat over wat van het lichaam gevraagd wordt.
Belastbaarheid gaat over wat het lichaam aankan.”

Grenzen verkennen

 In het begin van mijn leven na NAH, was ik voorzichtig. ‘ik kan niet naar de supermarkt,niet naar de stad, niet naar die verjaardag, niet naar het strand, niet naar de friettent etc. Stel nou dat ik moe word en mezelf morgen weer zo ziek voel? Dat kan nooit goed voor me zijn.’

Logisch toch? Dat ik dat daarom niet deed?
Dat zou je denken ja. Niets was minder waar.

Toename van mijn klachten
De eerste maanden na mijn ongeluk, was mijn lichaam zo druk met het herstellen van alle botbreuken en gescheurde hersenvlies, dat het uiteindelijke hersenletsel niet eens echt merkbaar was. Nou ja, niet heel erg. Maar nadat ik het steeds rustiger aan ging doen en mezelf steeds meer behoedde voor prikkelrijke omgevingen, merkte ik dat ik er steeds slechter tegen kon. Mijn klachten werden steeds erger. Het echte hersenletsel kwam hierdoor steeds meer aan het oppervlak.

Juiste belasting
Gelukkig ben ik enorm eigenwijs (nee echt, enórm..) en nam ik, een tikkeltje onbewust, het advies van mijn arts met een korreltje zout. Het voelde voor mij heel onlogisch om mezelf steeds maar meer te beschermen tegen prikkels. Beetje het idee van dat ik ook geen bril ga dragen als ik die niet nodig heb. Mijn ogen worden dan luier en kunnen op den duur niet meer zonder bril. 
Naast het overbelasten, kun je namelijk je herseneen ook zeer zeker “ónder-belasten”. En dat is misschien nog wel veel enger als je erover nadenkt.

Zo besloot ik ook het gebruik van bijvoorbeeld mijn oordoppen te gaan beperken. 
In plaats van ze standaard in te doen als ik naar buiten ging, deed ik ze pas in als ik merkte dat ik ze nodig begon te krijgen. Natuurlijk was dat moment altijd te laat en werd ik toch ziek, maar langzaam maar zeker, kon ik wel steeds meer geluiden verdragen.
Ook begon ik weer vaker naar verjaardagen te gaan, of naar de stad, of de supermarkt in de daluren. Tuurlijk, het ging lang niet altijd goed, en maakte het me met zekere regelmaat behoorlijk bedlegerig. Maar ik kreeg er wel een klein sociaal leven voor terug. Daar ga ik graag 3 dagen voor de bank op.

 

Zoektocht
Nog steeds zoek ik mijn grenzen op en spring er lekker overheen. En weer kan ik er heel moe van worden. Maar leerzaam blijft het. En vergeet niet, de hersenen zijn het meest flexibele orgaan dat je hebt. Hoe moeilijk ook, ze zijn dingen aan te leren. Hoe klein ook.

We blijven gewoon lekker zoekende naar de balans. Maar doen we dat eigenlijk niet allemaal?